“Opdat we deze verschrikkingen en de slachtoffers nooit mogen vergeten.”

Op 3 mei jl. gaf Harmonievereniging Kunst na Arbeid een indrukwekkend herdenkingsconcert dat diepe indruk maakte op het publiek. In een sfeervolle setting kwamen muziek, beelden en verhalen samen in een ontroerend geheel dat de geschiedenis tot leven bracht. De aangrijpende vertellingen van Joke Honders en Roel van Beekhoff brachten het verleden dichterbij, terwijl Kunst na Arbeid samen met violiste Jolein Korte en koor Per Cantare voor kippenvelmomenten heeft gezorgd. Tijdens de avond is onder andere het ontroerende thema van Schindler’s list, muziek uit de serie Band of Brothers en swingende klanken van Glenn Miller ter gehore gebracht.

Het concert wist het publiek tot in het hart te raken – er werd geluisterd, meegeleefd en stilgevallen. Menig bezoeker pinkte een traan weg. Met ruim 300 aanwezigen werd de zaal gevuld met emotie, verbondenheid en respect. Deze bijzondere avond zal in Ingen nog lang nazinderen als een krachtig eerbetoon en een waardige herdenking.

Joke en Roel hebben de verhalen van de geschiedenis van de oorlog verteld. Over de gehele oorlog, maar ook zeker over Ingen en de nabije regio. Een kleine terugblik:

Zo werd er gesproken over de opkomst van Adolf Hitler: (citaat uit de tekst die voorgedragen is tijdens het concert)

De op 20 april 1889 in Oostenrijk geboren Adolf Hitler, wordt in 1919 lid van de NSDAP de
Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei. Een partij die trots was op zijn Arische afkomst en het hakenkruis her introduceerde. (…) Tijdens zijn gevangenschap, die maar 8 maanden duurde, schreef hij het boek “Mein Kampf”. Hierin wordt zijn visie voor een groot en machtig Duitsland oftewel het Derde Rijk, beschreven net zoals zijn antisemitische houding tegen joden. (…) Zijn macht werd echt definitief tijdens de “Nacht van de Lange Messen”, die plaatsvond tussen 30 juni en 2 juli 1934. In deze nacht werden de leiders van de SA Sturmabteilung en andere politieke tegenstanders vermoord. Nu hoefde hij met niemand meer rekening te houden. (…) Op 1 september 1939 wordt Polen door Duitsland vanuit het westen binnengevallen om dit gebied terug te veroveren. Rusland valt zo als afgesproken op 17 september 1940 Polen vanaf de oostzijde binnen.

De opkomst van de Duitsers in Nederland, en ook in Ingen, werd verwoord: (citaat uit de tekst die voorgedragen is tijdens het concert)

Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers Nederland binnen, het moment dat voor Nederland de oorlog
begint. Gelijktijdig dringen ze ook Luxemburg en België in, als onderdeel van het zogenaamde
plan Fall Gelb. Een actie die onderdeel is van de Slag om Frankrijk. (…) In Ingen, achterin de Lambertuskerk, wordt zijn naam als allereerste gemeld op een memoriebord ter nagedachtenis aan alle oorlogsslachtoffers uit Ingen. (…) Op 12 mei vertrok het prinselijk gezin (Juliana, Bernhard, Beatrix, Irene) met een torpedobootjager vanuit IJmuiden naar Engeland. De volgende dag, op 13 mei, vertrok koningin
Wilhelmina onder begeleiding van enkele pantserwagens eerst naar Hoek van Holland, waar een laatste vergadering met de ministers plaatsvond in het Fort aan den Hoek van Holland. (…) Toen de oorlog langer dan verwacht ging duren nam het aantal onderduikers gestaag toe. Hiervan vormden Joodse mensen de grootste groep, vanaf 1942 gevolgd door jonge mannen in de leeftijd van achttien tot drieëntwintig jaar. Zij werden verplicht zich te melden om een half jaar in de Duitse oorlogsindustrie te gaan werken. Deze Nederlandse Arbeidsdienst riep veel weerstand op. Op het hoogtepunt waren er alleen al in Nederland ruim 350.000 mensen ondergedoken.

Na het binnenvallen van Nederland komen er verzetsgroepen in actie: (citaat uit de tekst die voorgedragen is tijdens het concert)

De Duitsers probeerden op allerlei manieren het verzet te ontmoedigen, bijvoorbeeld door
verzetsacties met zware represailles te bestraffen.
In februari 1941 werd er een staking uitgeroepen als protest tegen de Arbeitseinsatz, waarbij
jongemannen te werk werden gesteld in Duitse fabrieken en de vervolging van de joden. De
staking met werd met geweld neergeslagen en de deelnemers aan deze februari-staking zwaar
gestraft. Veel stakers en hun familieleden werden gearresteerd en naar concentratie- en werkkampen zoals Kamp Schoorl en Kamp Amersfoort gebracht. (…) Bekende personen hier in de buurt die in het verzet zaten waren o.a. dokter Guepin uit Ommeren, Jan Houtkoper uit Ochten en Johannes van Zanten uit Kesteren leider van een Knokploeg. Na de Slag om Arnhem in september 1944 wist hij met zijn verzetsgroep tientallen teruggeslagen geallieerde soldaten door het Betuwse niemandsland over de Waal terug te begeleiden naar bevrijd gebied.

Langzaam keert het normale leven terug: (citaat uit de tekst die voorgedragen is tijdens het concert)

Ook in Ingen beginnen de dagelijkse werkzaamheden weer. Er moet tenslotte toch worden
gehooid, aardappelen moeten worden gerooid kersen geplukt. Het dagelijkse leven ging gewoon
door. We laten een aantal mensen aan het woord. Joop de vrouw van de dorpsschilder Arie van
Ommeren herinnerde zich het volgende over de oorlog. Joop Schimmel, geboren in Eck en Wiel
was veertien jaar oud toen de oorlog uitbrak. Met de Pinksterdagen, als de Duitsers het land
intrekken, vlucht Joop met haar familie en de buren naar een dorpje aan de dijk achter
Culemborg. Joop: ‘Mijn vader ging met paard en wagen. Op de wagen stond een kistje waarin
mijn jongste broertje Jan lag. De rest van de familie ging er met de fiets achteraan. (…) Sies van Verseveld uit de Weverstraat vertelde: ‘Op een dag werd ik opgeroepen om in Ochten
te gaan werken. Met tweehonderd man van tussen de 16 en 45 jaar moesten we vanuit Ingen
naar Ochten om daar aan de Linge te werken. Grond in kruiwagens scheppen en in de Linge
gooien. Er moest daar een dam gemaakt worden. Van over de Waal werd er op ons geschoten
en er vielen gelijk al doden. Doodeng vond ik het.

Vervolgens breekt de bevrijding aan, met gevoelens van opluchting en vreugde: (citaat uit de tekst die voorgedragen is tijdens het concert)

In de zomer van 1944, na de succesvolle landing in Normandië, begonnen de geallieerden hun
opmars door Frankrijk. De bevrijding van het Franse grondgebied ging snel, maar wat niet
volledig zonder Duitse tegenstand, die regelmatig toch hardnekkig was. (…) Het is bijna niet voor te stellen… Je bent ver van huis, omringd door onbekend terrein, het geluid van kanonnen en geweerschoten om je heen. De geur van rook, het zware geluid van je ademhaling, het gekrijs van de wind door de bomen – alles is vreemd, alles is ver weg van het leven dat je ooit kende. Voor veel geallieerde soldaten was dit de dagelijkse realiteit. Ze vochten in een land dat niet hun eigen was, voor een toekomst die vaak onzeker leek. En in die momenten, wanneer de strijd even stilvalt, dachten velen aan thuis. Ze herinnerden zich de geur
van hun moeders keuken, het gelach van vrienden bij het vuur, de stemmen van geliefden die ze
misschien nooit meer zouden horen. (…) En misschien, in dat moment van stilte, klinkt die melodie in je hoofd – een lied van thuis, een melodie die spreekt van verlangen en verlies, maar ook van hoop. Het is een lied dat, hoewel het misschien niet letterlijk voor jou geschreven is, precies vertelt wat je voelt. Het is als een herinnering aan alles wat je mist, een stukje van het leven dat je ooit kende, ver weg van het
front. Thuis…. (…) In de lente van 1945, terwijl de geallieerde soldaten zich verder door Duitsland voortbewogen, stonden ze aan de rand van een gruwelijke ontdekking. Na maanden van hevige gevechten maar ook veel bevrijdingen stuitten ze op iets waar zelfs de meest doorgewinterde soldaat zich niet op had kunnen voorbereiden: de concentratiekampen. In de laatste fase van de oorlog werden
kampen zoals Dachau en Buchenwald bevrijd, waar men getuige was van de verschrikkingen die de nazi’s hadden aangericht. Wat de soldaten daar aantroffen, was bijna onvoorstelbaar. Gevangenen die maanden of zelfs jaren van gruwelijke behandeling hadden doorstaan, uitgemergeld door honger en ziekte, met lichamen die niet in staat waren om het lijden nog langer vol te houden. (…) Op 5 mei was de vrede eindelijk een feit. Nederland en zijn bevolking kon weer opgelucht ademhalen. Die dag overhandigde de Canadese generaal Foulkes de instructies aan de Duitse kolonel-generaal Blaskowitz in de huidige ‘Grote Capitulatiezaal’ van hotel de Wereld in Wageningen. (…) De bewoners van de Betuwe konden vanaf hun evacuatieadressen weer terugkeren naar hun woningen, die soms totaal verwoest waren zoals bijvoorbeeld in Ochten, Kesteren en Opheusden. Mijn schoonmoeder uit Opheusden vertelde mij het volgende: ‘Na een tijdje konden we gelukkig weer naar huis. Eerst naar het huis van mijn broer Gerrit in Kesteren, want het was vanwege de landmijnen nog te gevaarlijk om naar Opheusden te gaan. (…) In Ingen gingen ze niet gelijk feestvieren. Het eerste bevrijdingsfeest vond pas plaats op 31
augustus en duurde twee dagen. In de Nieuwe Tielsche Courant van die week wordt verteld hoe
het feest eruitzag. Het werd geopend door middel van sirenegeloei, gevolgd door enkele nummers koraalmuziek door Kunst Na Arbeid. Dat klonk prachtig over het Dorpsplein.